De afgelopen jaren is een groeiend aantal incidenten veroorzaakt door slecht containerbeheer op schepen die over ruwe zee varen. Dicht bij huis voor de Nederlanders was de lekkage van de onder Panamese vlag varende MSC ZOE in 2019, waarbij meer dan 300 containers en hun inhoud in zee verloren gingen, al snel aanspoelden op de stranden van het werelderfgoed Waddenzee en grote schade veroorzaakten. milieuvervuiling. De ramp bleek te zijn veroorzaakt doordat containers niet goed waren vastgemaakt, een veiligheidspraktijk die bekend staat als sjorren.
Drie jaar later zijn de gevolgen van de MSC ZOE-ramp nog steeds zichtbaar in het milieu. In één van de containers zaten zakken vol kleine plastic palletjes, gebruikt voor de productie van plastic. Deze kleine deeltjes worden nu overal in de duinlandschappen en wetlands rond de eilanden Terschelling en Vlieland aangetroffen, zonder dat er een realistische manier is om ze op te ruimen. De deeltjes zullen daar nog tientallen jaren blijven liggen, waardoor het natuurlijke landschap vervuild raakt en de dieren in het wild die het per ongeluk consumeren, worden aangetast.
Samenwerking van de overheid
Om verdere containerincidenten te voorkomen zijn er in de periode 2020-2022 pilots uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Sea Ranger Service, gericht op het onderzoeken van de effectiviteit van drones bij het monitoren van vrachtschepen. Het doel van de samenwerking is om drones vanaf het Sea Ranger Service-schip in te zetten om te identificeren of containers op vrachtschepen op de juiste manier zijn gestuwd en vastgesjord. De Sea Ranger Service heeft een sterk aanpassingsvermogen en heeft zijn schepen met lage emissie aangepast door een op maat gemaakt drone-lanceerplatform te bouwen dat de pilot mogelijk maakte.
Het Sea Ranger Service-schip was uitgerust met een bekwaam team Sea Rangers en een getrainde dronepiloot van de Rijksinspectie en de monitoring was gericht op inkomende en uitgaande schepen vanuit de belangrijkste havens in Nederland, waaronder de haven van Rotterdam; een van de grootste industriële havens ter wereld.
Jan van den Bos, inspecteur-generaal bij de inspectie, vertelt waarom hij enthousiast is over de samenwerking: “Wij werken graag samen met de Sea Rangers. In de eerste plaats omdat het een kans is voor jonge mensen om hun maritieme carrière een vliegende start te geven, en aan de andere kant is het een kans om vanuit meer plekken te kijken, waardoor ons toezicht in wezen wordt verbeterd en effectiever wordt. Het biedt ons meer ogen en oren op zee. In die zin snijdt het aan twee kanten.”
Kijkend naar de toekomst
Met nieuwe samenwerkingsverbanden zoals die met de Inspectie Leefomgeving en Transport werkt de Sea Ranger Service aan het versnellen van innovaties op het gebied van oceaanbehoud.
Sea Rangers zijn net zo blij met de inzet van drones vanaf het schip. Sea Ranger Nina Hubers: “We hebben een drone aan boord van ons Sea Ranger-schip en het is echt fantastisch om ermee te kunnen vliegen. Het geeft ons een beter overzicht van wat er om ons heen op zee gebeurt.”
Wietse van der Werf, oprichter en CEO van de Sea Ranger Service: “Wij zijn erg trots dat de Sea Rangers kunnen worden ingezet om de Rijksinspectie te ondersteunen met drone-inspecties. Het zorgt ervoor dat we jongeren actief kunnen betrekken bij het bereiken van betere gevolgen voor de veiligheid en natuurbehoud op zee.”